Tijd die niet resteert

Vanmorgen las ik in De Standaard (17/4) een tekst van Marjoleine de Vos. Geen AI-gerelateerd nieuws, maar iets filosofisch — over tijd. Laat dat nu net iets zijn waar ik de laatste weken zelf over nadacht. Vooral over het verschil tussen “verstrooide tijd” die ongemerkt door je vingers glipt, en “toegewijde tijd” waarin je echt aanwezig bent. Een denkspoor dat ook terugkomt in het boek van Koen Haegens, over de nood aan een nieuwe tijdcultuur.
In het artikel: tijd als klok. Als agenda. “Hoeveel uren heb ik nog vandaag?” “Hoe snel moet ik deze sprint afronden?” Maar de Vos wijst op een ander soort tijd. Tijd die niet optelt. Niet resteert. Niet vooruitgaat. Tijd waarin je bént. Of zelfs: waarvan je bént. Ze citeert een regel van dichter Willem Jan Otten die blijft hangen: “Resterend kan de tijd nooit zijn.”
Dat gaat in tegen hoe we gewoonlijk naar tijd kijken. Alles is een countdown: tot het weekend, tot de deadline, tot het pensioen. Maar wat als tijd geen voorraad is die slinkt? Wat als het iets is waarin je beweegt — zoals een veertje onder een hamer: niet verpletterd, maar opstijgend?
Dat beeld herken ik. Ook ik laat me geregeld opjagen door de innerlijke klok. Nog X jaar om te doen wat ik wil doen. Nog Y maanden om iets te bereiken. Een soort zachte paniek. En dan lees je dit: “Nooit, faalhart, is het te laat om te beseffen dat er nimmer sprake is geweest van klop na klop op weg zijn naar de laatste klop.”
Misschien is tijd niet iets dat je moet benutten. Niet iets om te verslaan. Misschien is tijd gewoon de ruimte waarin je beweegt. Als een golf. Of een veertje. Niet opgeteld. Niet afgeteld. Dat neem ik vandaag mee: er is geen resterende tijd. Alleen nu. Ik ben er. En ik beweeg mee.
Tijd als ruimte in het tijdperk van generatieve AI
Generatieve AI verandert niet alleen wat we maken, maar ook hoe we tijd beleven. Waar technologie traditioneel gericht was op versnellen en optimaliseren, biedt generatieve AI de mogelijkheid om tijd te herdefiniëren: niet als een klok die tikt, maar als een ruimte waarin ideeën zich ontvouwen.
In plaats van lineaire voortgang te meten, kunnen we tijd zien als een omgeving waarin creativiteit evolueert. Deze verschuiving nodigt uit tot een fundamentele vraag: kunnen we samen met AI een meer fluïde, minder gehaaste vorm van productiviteit ontwikkelen?
Wat betekent het voor onze relatie met tijd — in een wereld waarin grenzen tussen mens en machine steeds meer vervagen?
Tijd als omgeving: een denkinstrument
Voor ontwerpers, ontwikkelaars, schrijvers en bouwers: wat verandert er in je systeem, je tekst, je code of je dag… als je tijd niet meer ziet als een countdown, maar als een omgeving waarin je beweegt?